CD8 (T-cytotoxisch)

Print

Beschrijving van de test

Naam:
CD8 (T-cytotoxisch)
Frequentie:
Van maandag tot en met donderdag tijdens de normale werkuren. Op vrijdag worden stalen ontvangen tot 13h nog afgewerkt op de dag zelf. Stalen ontvangen na 13h worden in overleg met de verantwoordelijk klinisch bioloog of vervanger al dan niet ingezet en afgewerkt op de dag zelf.
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
24 uur (weekdagen behalve vrijdagnamiddag)
72 uur (vrijdagnamiddag)
TAT Dringend:
2 uur (weekdagen)
24u/24u:
nee
Accreditatie:
ISO 15189:2012 (379-MED)
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Jan Emmerechts

Afname van het materiaal

Afname:
Toegelaten materiaal:
Beenmerg, vocht, weefsel (opgelet: referentiewaarden enkel van toepassing op perifeer bloed)
Volume:
2,7 mL
Transportconditie:
Kamertemperatuur
Bewaarconditie:
Koelkast

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
  • Periode bloedafname - staalontvangst <72u
  • Patiëntenlabel aanwezig
  • In recipiënt zoals aangegeven in de labogids
Bijaanvraag:
<72u (bijaanvraag na 72u enkel in overleg met klinisch bioloog)

Analyse

Analysemethode:
Flowcytometrie
IVDR status:
CE-IVD test gebruikt volgens instructies fabrikant
Deelname EKE:
Sciensano
Eenheid:
%

Referentiewaarden

Leeftijd Mannen Vrouwen
< 3 maand 12-28 % 12-28 %
3 maand - 6 maand 12-23 % 12-23 %
6 maand - 1 jaar 12-24 % 12-24 %
1 jaar - 2 jaar 14-30 % 14-30 %
2 jaar - 6 jaar 16-30 % 16-30 %
6 jaar - 12 jaar 18-35 % 18-35 %
12 jaar - 18 jaar 18-35 % 18-35 %
> 18 jaar 10-40 % 10-40 %

Tarificatie

Nomenclatuur:
555693 - 555704 B 200 Percentage T lymfocyten, B lymfocyten, CD4 positieve T lymfocyten, CD8 positieve T lymfocyten of natural killer cellen #(Maximum 5)
Bron: RIZIV website op 01/04/2025
555752 - 555763 B 400 Identificatie van een receptor-, een membraan-, een cytoplasma of een nucleair antigeen van hematopoïetische cellen, exclusief de antigenen van het HLA-systeem. De volgende, elk (Maximum 25)(Cumulregel 76)(Diagnoseregel 68)
Bron: RIZIV website op 01/04/2025
556474 - 556485 B 400 Identificatie van een receptor-, een membraan-, een cytoplasma- of een nucleair antigeen van hematopoiëtische cellen, exclusief de antigenen van het HLA-systeem. De volgende, elk #(Maximum 12)(Cumulregel 76)(Diagnoseregel 69)
Bron: RIZIV website op 01/04/2025

Laatst gewijzigd op

Glims system
22-10-2024
station