Partiële resus D, D variant, genotypering, zwakke RhD
Aanvraag code:
14600
Loinc:
25
Frequentie:
1x per 2 weken
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
21 dagen
24u/24u:
nee
Accreditatie:
ISO 15189:2012 (379-MED)
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Barbara Cauwelier
Afname van het materiaal
Afname:
perifeer bloed
Toegelaten recipiënt:
EDTA
Volume:
2,7 mL EDTA
Transportconditie:
Kamertemperatuur
Bewaarconditie:
Kamertemperatuur
Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag
Acceptatie:
Stalen moeten gelabeld zijn met naam, voornaam en geboortedatum of unieke identifier. AFAZFAB00003 Aanvraagbrief voor HLA/HPA/Moleculaire immunohematologie/Printen van SCT kaartje
Bijaanvraag:
Tot 7 d na staalafname
Analyse
Analysemethode:
PCR-SSP.
IVDR status:
CE-IVD test gebruikt volgens instructies fabrikant
Deelname EKE:
UKNEQAS, Sciensano
Interpretatie:
Alle zwakke (weak-) D antigenen hebben gemeen dat ze een verminderde receptor densiteit hebben op het celmembraan in vergelijking met D-positieve cellen. Dit zorgt voor een lagere concentratie van RH/D epitopen op de RBC membraan. Deze analyse spoort de meest frequente types weak D op ( 1,2,3,4, 14,40,51,5,11,15,17, 29). Zwakke D types 1,2,3 dienen zowel als patiënt als donor als resus D positief te worden beschouwd. De andere types dienen als patiënt als resus D negatief te worden beschouwd gezien de kans op resus D immunisatie. Als donor echter dienen ze als positief te worden beschouwd. Indien negatief, wordt PCR uitgevoerd voor het opsporen van resus D variant (partiële resus D).Partiële resus D type wordt gekenmerkt door een kwalitatieve afwijking in het resus D epitoop tengevolge van single nucleotide polymorfismen in het extracellulair domein van het resus D eiwit. Patiënten met een partiële resus D dienen beschouwd te worden als resus D negatief als ontvanger van transfusies of bij toediening van imuunoglobulines aangezien zij theoretisch gezien geimmuniseerd kunnen worden door het resus D antigen. De kans op immunisatie is echter verschillend naargelang het type partiële D en wordt expliciet vermeld in het rapport indien het afwijkt van het algemeen beleid. Ook de noodzaak voor chronische transfusienood en de leeftijd en geslacht dienen hierbij in acht te worden genomen. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (< 50 jaar) en patiënten die chronisch getransfundeerd moeten worden, worden steeds beschouwd als resus D negatief ingeval van een partiële D. Donoren met een partiële resus D worden beschouwd als resus D positief.
Tarificatie
Nomenclatuur:
587812 - 587823 B 5000 Bepalen van D variant door middel van een moleculair biologische methode #(Maximum 1) (Diagnoseregel 16) Bron: RIZIV website op 01/04/2025