Hepatitis B core antistoffen

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Hepatitis B core antistoffen
Aanvraag code:
56113
Loinc:
13952-7
Frequentie:
Dagelijks met uitzondering van weekend- en feestdagen.
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
8 uur - 3 dagen
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Marijke Reynders

Afname van het materiaal

Afname:
Serum
Toegelaten recipiënt:
Serum gel tube
Volume:
500æl

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
AFAZFAB00007 Aanvraagbrief Infectieuze serologie en moleculaire microbiologie
Bijaanvraag:
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.

Analyse

Analysemethode:
Chemiluminescent Microparticle Immunoassay (CMIA- Alinity i)
Deelname EKE:
SKML
Interferentie:
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Vals-positieve resultaten zijn mogelijk, vnl. wanneer anti-HCV antilichamen in belangrijke mate aanwezig zijn.
Interpretatie:

Antistoffen tegen het hepatitis B-core-antigeen (anti-HBc) verschijnen kort na het begin van de symptomen van een hepatitis B-infectie en kort na het verschijnen van het hepatitis B-oppervlakte-antigeen (HBsAg). Aanvankelijk bestaat anti-HBc vrijwel uitsluitend uit antistoffen van de IgM-klasse, gevolgd door het verschijnen van anti-HBc IgG, waarvoor geen commercieel diagnostisch assay beschikbaar is.

De HBc-totaalantistoftest, die zowel IgM- als IgG-antistoffen detecteert, en de test op anti-HBc IgM kunnen de enige detecteerbare markers zijn van een recente hepatitis B-infectie tijdens de zogenoemde 'windowperiode'. Deze windowperiode begint met het verdwijnen van HBsAg en eindigt met het verschijnen van anti-HBs. Anti-HBc kan jarenlang de enige overblijvende serologische marker zijn na blootstelling aan het hepatitis B-virus (HBV).

Voor het opvolgen van het verloop van een Hepatitis B infectie wordt het resultaat van de anti-HBc bij voorkeur samen met het resultaat van andere hepatitismarkers ge‹nterpreteerd.

Ge‹soleerde anti-HBc antilichamen (in associatie met negatieve Ag-HBs en anti-HBs):

  • mogelijk betreft het een voorbije infectie in een zeer ver verleden (en reeds verlies van anti-HBs)
  • of juist een acute infectie met nog geen AgHBs of mutatie thv AgHBs waardoor problematische detectie
  • of een kruisreactie (afhankelijk van de bekomen waarde voor anti-HBc)
  • of een infectie in convalescentiefase waarbij op dat moment het AgHBs juist onder de detectielimiet is gezakt en de anti-HBs antistoffen stijgende zijn maar nog net niet detecteerbaar
Bij vaststellen van deze entiteit wordt er steeds een AgHBe en anti-Hbe uitgevoerd ter uitklaring, en een controlserum gevraagd.

Referentiewaarden

Leeftijd Mannen Vrouwen
Negatief Negatief

Tarificatie

Nomenclatuur:
551471 - 551482 B 250 Diagnose en controle van de evolutie van virale hepatitis B door aantonen van anti HBc antilichamen met niet-isotopenmethode #(Maximum 1) (Cumulregel 234, 328)
Bron: RIZIV website op 02/12/2025

Laatst gewijzigd op

Kurt Van Nieuwenhuize
25-08-2025