Lyme borreliose is een teken-overdraagbare ziekte die zich kan manifesteren ter hoogte van de huid, het zenuwstelsel, gewrichten en het hart. De ziekte wordt veroorzaakt door Borrelia spirocheten na contact met besmette Ixodes spp. teken. De frequentst voorkomende genospecies zijn B. afzelii, B. garinii in Europa en B. burgdorferi sensu stricto in Amerika.
De seroprevalentie van Borrelia spp. kan aanzienlijk zijn in bepaalde regio?s van Belgi‰ en bij bepaalde groepen van mensen en kan oplopen tot 30-50% bij risicogroepen (boswachter, werk of hobby?s in de natuur). Een positieve serologie zonder de typische symptomen wijst daarom niet op een actieve infectie. Men moet dus vermijden een serologie voor Borrelia spp. te bepalen wanneer er geen specifieke klinische tekens zijn. Indien dit toch zou gebeuren is vooral klinische opvolging aangewezen om typische symptomen vroegtijdig te detecteren. Het heeft geen zin om serologie te controleren na behandeling omdat zowel IgG als IgM jaren positief kunnen blijven (al kan vroegtijdige therapie de productie van antistoffen verhinderen).
Serologie geniet de voorkeur als diagnostische test voor alle ziektestadia met uitzondering van erythema migrans. De ontwikkeling van IgM antistoffen loopt voor op die van IgG, al kunnen IgG gericht tegen VlsE reeds vroegtijdig aanwezig zijn.
IgM antistoffen kunnen enkel ge‹nterpreteerd worden 6-8 weken na blootstelling. Aanwezigheid van IgM zonder geassocieerde IgG vereist een opvolgserum na 10-tal dagen.Vals positieve IgM resultaten komen infrequent (5% van de bevolking) voor en kunnen veroorzaakt worden door kruisreactiviteit tav herpesfamilie virussen, andere virussen of auto-antilichamen.
De gedetecteerde Borrelia antistoffen wijzen op een specifieke immuunrespons van de pati‰nt, maar zijn geen bewijs van lyme-borreliosis. Seroconversie of significante titerstijging bij gepaarde monsters kan een acute infectie bevestigen.
In vroege fase met klinisch enkel een erythema migrans is serologie een weinig gevoelige methode (gevoeligheid tussen 74-83%), met mogelijk een "vals-negatief" resultaat.
| RU/ml | Interpretatie |
|---|---|
| <16 | Negatief |
| >15 tot <22 | Borderline |
| >21 | Positief |
Een positief signaal kan geconfirmeerd worden door middel van immunoblot.