Parvovirus B19 IgM antistoffen

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Parvovirus B19 IgM antistoffen
Aanvraag code:
56216
Loinc:
5274-6
Frequentie:
1 of 2x per week in functie van het aantal aanvragen
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
< 4 dagen
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Marijke Reynders

Afname van het materiaal

Afname:
Toegelaten recipiënt:
Serum gel tube
Volume:
500æl

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
AFAZFAB00007 Aanvraagbrief Infectieuze serologie en moleculaire microbiologie
Bijaanvraag:
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.

Analyse

Analysemethode:
Immuno-enzymatische test (ELISA Serion/Virion)
Deelname EKE:
SKML
Interferentie:
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Interpretatie:

Parvovirus B19 is de veroorzaker van de vijfde ziekte (ook wel erythema infectiosum of slapped cheek syndrome genoemd), die doorgaans een milde ziekte veroorzaakt, gekenmerkt door een intens erythemateus maculopapulair gezichtsexantheem.

De meeste uitbraken van parvovirusinfectie worden verkregen via direct contact met respiratoire secreties en vinden voornamelijk in de lente plaats. Nauwe contacten tussen personen zijn verantwoordelijk voor infecties in scholen, kinderdagverblijven en ziekenhuizen.

Het virus wordt tevens geassocieerd met foetale schade (hydrops fetalis), aplastische crisis en arthralgie. Infectie tijdens de zwangerschap brengt het risico van transmissie naar de foetus met zich mee, wat kan leiden tot intra-uteriene sterfte. Het sterftepercentage bij de foetus na maternale infectie varieert tussen 1% en 9%.

Een positieve IgM-bepaling kan een indicatie zijn voor acute Parvovirus B19 infectie. IgM antilichamen verschijnen vanaf 7 … 10 dagen na contact met het virus. IgM antilichamen kunnen dus aanwezig zijn in pati‰nten met transi‰nte aplastische crisis op het moment van de reticulocyten-nadir en gedurende de daaropvolgende 10-tal dagen.

IgG verschijnt meestal tijdens de periode van hematopo‹etisch herstel. Gezien de IgM antistoffen snel kunnen verdwijnen, is in sommige gevallen een PCR Parvo-B19 aangewezen, gezien de viremie langer persisteren zal dan de IgM-detectie.

Eenheid:
U/mL

Tarificatie

Nomenclatuur:
551655 - 551666 B 250 Bepaling van antistoffen tegen virussen, andere dan die waarvoor een specifiek nomenclatuurnummer voorzien is, per test #(Maximum 8)(Cumulregel 328)
Bron: RIZIV website op 02/12/2025

Laatst gewijzigd op

Kurt Van Nieuwenhuize
21-05-2025