Rubella IgG antistoffen

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Rubella IgG antistoffen
Synoniemen:
Rode hond
Aanvraag code:
56210
Aanvraagbrief:
Loinc:
5334-8
Frequentie:
Dagelijks met uitzondering van weekend- en feestdagen
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
< 4 dagen
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Marijke Reynders

Afname van het materiaal

Afname:
Toegelaten recipiënt:
Serum gel tube
Volume:
0,5mL

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Bijaanvraag:
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.

Analyse

Analysemethode:
Chemiluminescent Microparticle Immunoassay (CMIA- Alinity i)
Deelname EKE:
SKML
Interferentie:
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Interpretatie:

Rubella behoort tot de Togavirusfamilie, waarbij de mens de enige natuurlijke gastheer is. De transmissie vindt doorgaans plaats via inhalatie van respiratoire druppeltjes. De incubatieperiode na blootstelling varieert van 12 tot 23 dagen. Besmette personen zijn besmettelijk van 10 dagen voor tot 7 dagen na het optreden van de cutane manifestaties. De infectie verloopt meestal mild en zelflimiterend, en wordt gekenmerkt door een maculopapuleus exantheem dat begint in het gelaat en zich uitbreidt naar de romp en extremiteiten, in combinatie met koorts, malaise en lymfadenopathie.

Primaire rubellainfecties in utero kunnen leiden tot ernstige gevolgen voor de foetus, met name wanneer de infectie optreedt tijdens de eerste vier maanden van de zwangerschap. Het congenitaal rubellasyndroom wordt vaak geassocieerd met gehoorverlies en cardiovasculaire en oculaire afwijkingen.

Het klassieke tweedelige vaccinatieprogramma tegen mazelen, bof en rubella, dat vaccinatie van alle kinderen voorschrijft, leidt bij 95-100% van de kinderen tot seroconversie na de eerste dosis. Dankzij het succes van het vaccinatieprogramma wordt rubella niet meer als endemisch beschouwd in Europa. Desondanks kan de immuniteit met de leeftijd afnemen; ongeveer 80% tot 90% van de volwassenen vertoont serologisch bewijs van immuniteit tegen rubella.

Indien borderline immuniteit OF geen immuniteit aantoonbaar, is vaccinatie sterk aangewezen, behalve bij zwangeren waar dient gewacht te worden tot de postnatale periode.Het vaccin dient bij vrouwelijke patienten op vruchtbare leeftijd gevolgd te worden door 3 maanden efficiente anticonceptie.

Interpretatie

  • >= 10: immuniteit
  • 5,0-9,9:borderline immuniteit, hoeveelheid antistoffen te gering om bescherming tegen infectie te bieden
  • <5: geen immuniteit.

Eenheid:
IU/mL

Tarificatie

Nomenclatuur:
551596 - 551600 B 250 Opsporen van IgG antilichamen tegen rubella bij vrouwen #(Maximum 1) (Cumulregel 328)
Bron: RIZIV website op 02/12/2025

Laatst gewijzigd op

Kurt Van Nieuwenhuize
02-12-2025