Het varicella-zostervirus (VZV), een herpesvirus, veroorzaakt twee klinisch verschillende exanthemateuze aandoeningen: waterpokken (varicella) en gordelroos (herpes zoster). Waterpokken is een zeer besmettelijke, meestal goedaardige ziekte die doorgaans in de kinderjaren wordt opgelopen. De ziekte wordt gekenmerkt door een vesiculopustuleuze huiduitslag die in opeenvolgende erupties ontstaat, ongeveer 10 tot 21 dagen na blootstelling.
Hoewel een primaire VZV-infectie leidt tot immuniteit en bescherming tegen herinfectie, blijft het virus latent aanwezig in de sensibele dorsale ganglia. Bij reactivatie manifesteert het zich als herpes zoster of gordelroos. Tijdens de reactivatie migreert het virus via de zenuwbanen naar de huid, waarbij een unilateraal huiduitslag ontstaat, meestal beperkt tot een dermatoom. Gordelroos is een zeer pijnlijke aandoening die voornamelijk voorkomt bij oudere, niet-immune volwassenen, bij personen met een afnemende immuniteit tegen VZV en bij patienten met een gestoorde cellulaire immuniteit.
Personen met een verhoogd risico op ernstige complicaties bij een primaire VZV-infectie zijn onder andere zwangere vrouwen, bij wie het virus via de placenta op de foetus kan worden overgedragen, wat kan leiden tot een congenitale aandoening bij de pasgeborene. Daarnaast lopen immuungecompromitteerde patienten een verhoogd risico op ernstige VZV-gerelateerde complicaties, waaronder cutane gedissemineerde ziekte en aantasting van viscerale organen.
Een positieve IgM bepaling kan een indicatie zijn voor actieve (primaire of re-activatie) VZV infectie. Bij reactivatie kan de IgM echter ook negatief blijven.