BCR::ABL1 p190 kwantitatief

Print

Beschrijving van de test

Naam:
BCR::ABL1 p190 kwantitatief
Aanvraag code:
MOBI
Frequentie:
Wekelijks
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
2 weken
Accreditatie:
ISO 15189:2022 (379-MED)
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Helena Devos

Afname van het materiaal

Afname:
EDTA
Toegelaten materiaal:
Bloed
Volume:
5 mL beenmerg, 7,5 mL bloed (volstaat voor alle aangevraagde DNA en RNA analyses)

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Max. 48u. na afname; niet afnemen of versturen op vrijdagnamiddag; bewaar stalen bij 2-8°C (niet invriezen); verzending naar laboratorium mag bij kamertemperatuur
Bijaanvraag:
Max. 48u na afname indien nog geen RNA beschikbaar, max 2 jaar na afname indien reeds RNA beschikbaar

Analyse

Analysemethode:
Real-time PCR.
IVDR status:
LDT: in huis ontwikkelde in-vitro diagnostiek
Deelname EKE:
UKNEQAS
Interpretatie:
De real-time PCR kwantificeert het e1a2 BCR::ABL1 p190 junctietype. De meetwaarde geeft de verhouding weer van het aantal mRNA-moleculen van de afwijking ten opzichte van het aantal mRNA-moleculen van het controlegen ABL1. Bij een kwantificeerbare hoeveelheid mRNA moleculen van het fusiegen/de mutatie (Ct<35) wordt tussen haakjes de MRD-waarde vermeld (in %), deze wordt berekend relatief ten opzichte van een gemiddeld diagnosestaal. Bij een zwak positief resultaat (Ct > 35) wordt de Limit of Quantification (LoQ) vermeld. De LoQ (Ct=35) wordt in dit geval tussen haakjes weergegeven. Wanneer geen transcript wordt gedetecteerd, wordt de Limit of Detection (LoD, Ct = 40) tussen haakjes vermeld. Deze test wordt uitsluitend uitgevoerd bij follow-up van AML indien de afwijking reeds bij diagnose aanwezig was. Een verandering met een factor 2 wordt als technisch significant beschouwd. Een verandering met een factor 10 wordt als klinisch significant beschouwd, maar dient steeds geïnterpreteerd te worden binnen het volledige klinische beeld.








Ct afwijkingCt ABL1Rapport (voorbeeld)Klinische betekenis
<=35<=26.53.5E-4 (MRD-waarde: 0.040%)MRD positief – residuele ziekte 0.04% of 4E-4 ten opzichte van een gemiddeld diagnosestaal, of de residuele ziekte is minstens 3 log gedaald ten opzichte van een gemiddeld diagnosestaal
>35<=26.5Zwak aanwezig, niet kwantificeerbaar (MRD-waarde <0.0071% of afgerond <1E-4)MRD zwak positief – residuele ziekte lager dan 1E-4, of de residuele ziekte is minstens 4 log gedaald ten opzichte van een gemiddeld diagnosestaal
Niet gedetecteerd<=26.5geen transcript gedetecteerd (MRD-waarde <0.00091%, of afgerond <1E-5)MRD negatief – residuele ziekte lager dan 1E-5, of de residuele ziekte is minstens 5 log gedaald ten opzichte van een gemiddeld diagnosestaal

Tarificatie

Nomenclatuur:
588571 - 588582 B 3000 Opsporen van verworven chromosoom of genafwijkingen door middel van een moleculair biologische methode als opvolging van een lymfoïde of myeloïde aandoening, met uitzondering van een chronische myeloïde leukemie, waarbij de betreffende afwijkingen in de diagnostische investigatiefase zijn vastgesteld, en waarbij een therapie met curatief doeleinde is ingesteld #(Maximum 1) (Diagnoseregel 9)
Bron: RIZIV website op 01/10/2025
594075 - 594086 B 3000 Opsporen van een verworven moleculaire afwijking als opvolging voor het therapeutisch antwoord op een farmaceutische specialiteit ingeschreven in hoofdstuk VIII van het koninklijk besluit van 1 februari 2018 door middel van een moleculair biologische methode NIVEAU 2. (Cumulregel 1) (Diagnoseregel 3)
Bron: RIZIV website op 01/10/2025

Laatst gewijzigd op

Friedel Nollet
04-09-2025