Q-koorts is een systemische ziekte veroorzaakt door Coxiella burnetii en kan koorts, atypische pneumonie, hepatitis en endocarditis veroorzaken, evenals Q-koorts van het centraal zenuwstelsel, met manifestaties gaande van aseptische meningo-encephalitis met transiënte gedrags- en gevoeligheidsstoornissen, tot hersenzenuwverlamming en aangezichtspijn die trigeminus-neuralgie nabootsen kan. Normaal verwacht je na gemiddeld 2 weken incubatie (incubatieperiode varieert van 2-29 dagen) dat Q-koorts zich kan manifesteren met een brede waaier aan symptomen. Meest frequent fenomeen is acute Q-koorts, een zelf-limiterende febriele aandoening met hevige hoofdpijn, retro-orbitale pijn, en niet-productieve hoest die 2-14 dagen duurt. Serologie is de eerste keuze-test voor diagnostiek (IFA, immunofluorescentie-assay), met volgende cut-off titers:-Voor acute Q-koorts: 4-voudige toename in antilichaamtiter tegen Fase 2 antigeen OF IgM titer = 1/50 met IgG-titer = 1/256-Voor chronische Q-koorts: IgG titer tegen Fase 1 antigeen van =1/800; IgG-titer Fase 1 > IgG-titer Fase 2.In de acute fase van infectie, worden IgM-antilichamen gedetecteerd tussen de tweede week en de derde maand van de ziekte. IgM-antistoffen blijven dus slechts enkele maanden na de acute infectie detecteerbaar, maar een erg lage IgM-titer kan eventueel persisteren in gevallen van chronische Q-koorts. Wanneer de serumafname gebeurt binnen de 10 dagen sinds het begin van de ziekte, kunnen de IgM-antistoffen nog negatief zijn. Er wordt aanbevolen een opvolgstaal op te sturen tenminste 3 weken na het verschijnen van de symptomen.In de chronische fase van de ziekte, zullen de fase 1 IgG-titers steeds hoger liggen dan de fase 2 IgG-titers. De PCR voor Coxiella burnetii kan uitgevoerd worden op een diep-respiratoir monster (bij voorkeur BAL) in patiënt met vermoeden van acute Q-koorts met respiratoire last; en op serum i.g.v. chronische actieve Q-koorts (persisterende DNAemie te verwachten bij systeemaantasting).De meeste humane gevallen worden niet besmet door contact met besmette teken, maar door inhalatie van sporen of bacteriën in aërosols die gecontamineerd werden door infectieuze partikels uit faeces van dieren (geiten, schapen, katten, honden, runderen), uit melk of uit materiaal met betrekking tot bevallingen (placenta, vruchtwater). Overdracht van infectie kan eveneens via ingestie van besmette melk, via transfusie van gecontamineerde bloedproducten of via verticale transmissie.Overzicht symptomen:ACUTE Q-koorts: Ruim de helft van de mensen die besmet zijn met Coxiella wordt niet ziek. Veelal krijgen degenen die wel ziek worden er binnen twee tot drie weken na de besmetting last van. Er is dan vaak sprake van koorts en heftige hoofdpijn. Aangezien een infectie met deze bacterie zich door het hele lichaam spreidt, zijn veel verschillende ziekteverschijnselen mogelijk. Gemiddeld openbaren de eerste verschijnselen 2 tot 3 weken na besmetting, doch dit kan oplopen tot 6 weken. De symptomen bij een ernstiger verloop van Q-koorts bij de mens kunnen de volgende zijn: heftige hoofdpijn en een wisselend koortsverloop; koude rillingen; spierpijn; zweten; anorexie; nausea en braken; diarree; relatieve bradycardie; algehele malaise; pneumonie (met geassocieerde pijn op de borst en een droge hoest)CHRONISCHE Q-koorts: Bij een chronische infectie kunnen deze symptomen tot tien jaar na de eerste infectie optreden. Er bestaat ook een meer zeldzame chronische vorm van Q-koorts, waarbij een ontsteking van de hartkleppen (endocarditis) kan optreden. Vrij vaak komt er bij Q-koorts een hepatitis voor zonder symptomen (dus toevallige vondst bij bloedafname met sterk verstoorde levertesten).