Indien op gevoelige wijze naar Sexueel Overdraagbare Aandoeningen dient gezocht te worden, gebeurt in parallel een detectie van 14-tal SOAs & bacteriële vaginose d.m.v. micro-array techniek, gezien louter o.b.v. klinische gronden het onderscheid niet betrouwbaar gemaakt kan worden. Het panel omvat:- 4 virussen: Adenovirus, CMV, HSV-1 & HSV-2 - 13 bacteriën: waarbij er 9 apart worden gerapporteerd op het rapport van vrouwelijke patiënten (Chlamydia trachomatis, Mycoplasma genitalium, Mycoplasma hominis, Haemophilus ducreyi, Neisseria gonorrhoeae, Treponema pallidum, Ureaplasma parvum en Ureaplasma urealyticum, Strep.agalactiae) en de andere 3 (Gardnerella vaginalis, Atopobium vaginae, Lactobacillus crispatus) tesamen worden bekeken in een algoritme voor BV, en alzo worden geantwoord; m.u.v. GV die in massieve mono-infectie wel gerapporteerd wordt i.f.v. klinische info. Strep. agalactiae komt bij mannelijke patiënten niet standaard op het rapport. Sinds midden 2018 werd E.coli PCR toegevoegd die enkel in hoog-genitale stalen van vrouwen en in invasieve monsters o.a. biopten, wordt geantwoord. - 1 parasiet: Trichomonas vaginalis. Deze test is van toepassing op alle klinische monsters afkomstig van patiënten met acute urogenitale symptomen (vulvovaginitis, endocervicitis, urethritis, endomyometritis, epididymo-orchitis, salpingitis-) of GUD (genital ulcer disease), met anorectale symptomen (-rectitis, proctitis) na anale risicocontacten of orale symptomen na orale seksuele risico’s, met een klinisch vermoeden van PID of Fitz-Hugh-Curtis syndroom, met chorio-amnionitis en/of premature contracties. Tevens is in kader van fertiliteitsproblemen de screening aangewezen in beide partners om (mogelijk behandelbare) infectieuze oorzaken te evalueren. In geval van respiratoir falen in erg jonge neonaten of premature kinderen geboren na maternale episode van chorio-amnionitis (en eventueel toch optreden van een aantal uren gebroken vliezen) kan een nasopharyngeaal of diep pulmonair staal eveneens onderzocht worden op aanwezigheid van de opgespoorde pathogenen die intra-uterien of tijdens vaginale partus werden opgelopen. Dezelfde groep patiëntjes is eveneens at risk i.g.v. maternale infectie, om een sepsis of CZS infectie te ontwikkelen met één van de pathogenen. Bij specifiek vermoeden van infectie met één van de pathogenen -acute of congenitale syphilis, gonorrhoeae, genitale herpes simplex infectie, LGV, Trichomoniasis,...- is de test natuurlijk eveneens aangewezen, geïsoleerd of complementair aan andere analyses (serologie-TREP, RPR, HSV, C.trachomatis,..- & bacteriële kweek op aërobe en anaërobe kiemen).