Een positieve IgM bepaling kan een indicatie zijn voor acute bofvirus infectie. Het bofvirus behoort samen met het mazelenvirus, parainfluenza- en respiratoir syncitiaal (RSV) virus tot de familie van de paramyxoviridae en is wijd verspreid. Het virus veroorzaakt unilaterale of bilaterale parotitis bij kinderen, maar kan ook leiden tot o.a. meningitis, pancreatitis, doofheid en (voornamelijk unilaterale) orchitis met verminderde fertiliteit tot gevolg. Aanwezigheid van bof IgM antistoffen wijst op een acute of recente infectie met het bofvirus. De antistoffen verschijnen 3 tot 6 dagen na de aanvang van de ziekte in geval van primo-infectie. In ongeveer de helft van de pati‰nten blijven de IgM antistoffen meer dan 5 maanden detecteerbaar. Wanneer een gevaccineerd persoon een infectie doormaakt met een bofvirus waartegen het gegeven vaccin geen sluitende bescherming biedt (het geval in de cluster van bofinfecties die Belgi‰ teistert vanaf voorjaar 2012), kan men occasioneel IgM detecteren in een aantal pati‰nten, maar is voornamelijk een boost in IgG-antistoffen te verwachten.