Herpes simplex IgG antistoffen

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Herpes simplex IgG antistoffen
Aanvraag code:
56140
Loinc:
27948-9
Frequentie:
1 of 2x per week in functie van het aantal aanvragen
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
< 7 dagen
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Marijke Reynders

Afname van het materiaal

Afname:
Toegelaten recipiënt:
Serum gel tube
Volume:
500æl

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
AFAZFAB00007 Aanvraagbrief Infectieuze serologie en moleculaire microbiologie
Bijaanvraag:
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1 week na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.

Analyse

Analysemethode:
Enzyme-immunoassay (ELISA Serion/Virion)
Deelname EKE:
SKML
Interferentie:
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Interpretatie:

Herpes Simplex virus (HSV) is wijd verspreid. HSV behoort samen met Varicella-Zoster virus, Cytomegalovirus, Epstein-Barr virus, HHV-6, -7, en -8 tot de groep van de humane, pathogene Herpesvirussen. Na een primaire infectie met HSV blijft het virus latent aanwezig, waardoor reactivering mogelijk is. Vooral bij personen met een verzwakte immuniteit kunnen de gevolgen ernstig zijn.

Een primaire infectie met HSV type 1 kan karakteristieke huidletsels op lippen en mond en ook conjunctivitis veroorzaken. Door HSV ge‹nduceerde encephalitis is mogelijk. Een primaire infectie met HSV type 2 kan vulvo-vaginale huidletsels of letsels ter hoogte van scrotum en penis veroorzaken.

Het opsporen van IgG antistoffen tegen HSV in serum of plasma wordt gebruikt om de immuniteitsstatus van de pati‰nt te bepalen en voor het vaststellen van een actieve infectie in geval van seroconversie. Dit laatste is vooral van belang bij pati‰nten onder immuunsuppressiva (aidspat‹enten, leukemiepat‹enten?) die mogelijks geen specifieke IgM antistoffen tegen HSV kunnen ontwikkelen. IgG seroconversie treedt op, typisch enkele dagen na aanvang van de primaire infectie.

Het opsporen van IgG antistoffen tegen HSV in cerebrospinaal vocht kan nuttig zijn bij vermoeden van HSV ge‹nduceerde encephalitis. De IgG antistoffen blijven na contact met HSV-1 of -2 levenslang in het bloed aanwezig. Seroconversie of significante titerstijging bij analyse van gepaarde monsters kan een primaire infectie of re-infectie bevestigen.

Eenheid:
U/mL

Tarificatie

Nomenclatuur:
551935 - 551946 B 250 Opsporen van IgG antilichamen tegen herpes simplex virus #(Maximum 1)(Cumulregel 328)(Diagnoseregel 52)
Bron: RIZIV website op 02/12/2025

Laatst gewijzigd op

Gertjan Maryssael
07-08-2024