Het mazelenvirus behoort tot de Paramyxoviridae-familie, waartoe ook de parainfluenzavirussen (serotypen 1?4), het bofvirus, het respiratoir syncytieel virus (RSV) en het metapneumovirus behoren. Het mazelenvirus is een van de meest besmettelijke infectieziekten bij niet-gevaccineerde personen en wordt overgedragen via direct contact met aerosolen of andere respiratoire secreties van besmette individuen. De incubatieperiode bedraagt gewoonlijk 8 tot 12 dagen, gevolgd door een prodromale fase die wordt gekenmerkt door hoge koorts, hoesten, coryza (neusverkoudheid), conjunctivitis en malaise. Tijdens deze fase kunnen ook Koplik-vlekjes zichtbaar zijn op de buccale mucosa; deze persisteren doorgaans gedurende 12 tot 72 uur. Aansluitend ontstaat een maculopapuleuze, erythemateuze exantheem, dat begint achter de oren en op het voorhoofd, en zich vervolgens centrifugaal uitbreidt naar de romp en extremiteiten.
Na doorgemaakte infectie blijven IgG antilichamen levenslang in bloed detecteerbaar. Deze personen kunnen niet opnieuw mazelen oplopen, itt gevaccineerde (in zeldzame gevallen) en zeker niet-gevaccineerde personen. In de algemene bevolking kan er verwacht worden dat 95 tot 98%% van de kinderen die gevaccineerd werden zoals het hoort, serologisch zal beantwoorden aan het mazelenvaccin.
In Belgi‰ is de vaccinatiegraad actueel >96% gesitueerd (WHO-norm = 95% om een effectieve protectie te handhaven in een populatie). In de ons omringende landen ligt de vaccinatiegraad lager, waardoor er sinds 2015 tal van uitbraken zijn geweest.
De IgG bepaling is vooral nuttig om niet-immune individu‰n te identificeren.