Varicella IgM antistoffen

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Varicella IgM antistoffen
Aanvraag code:
56162
Aanvraagbrief:
Loinc:
5404-9
Frequentie:
1 of 2x per week in functie van het aantal aanvragen
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
< 7 dagen
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Marijke Reynders

Afname van het materiaal

Afname:
Toegelaten recipiënt:
Serum gel tube
Volume:
0,5mL

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Bijaanvraag:
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.

Analyse

Analysemethode:
Immuno-enzymatische test (ELISA Serion/Virion)
Deelname EKE:
SKML
Interferentie:
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Kruisreactie met andere pathogenen van de Herpesvirus groep (EBV, HSV en CMV) is mogelijk.
Interpretatie:

Het varicella-zostervirus (VZV), een herpesvirus, veroorzaakt twee klinisch verschillende exanthemateuze aandoeningen: waterpokken (varicella) en gordelroos (herpes zoster). Waterpokken is een zeer besmettelijke, meestal goedaardige ziekte die doorgaans in de kinderjaren wordt opgelopen. De ziekte wordt gekenmerkt door een vesiculopustuleuze huiduitslag die in opeenvolgende erupties ontstaat, ongeveer 10 tot 21 dagen na blootstelling.

Hoewel een primaire VZV-infectie leidt tot immuniteit en bescherming tegen herinfectie, blijft het virus latent aanwezig in de sensibele dorsale ganglia. Bij reactivatie manifesteert het zich als herpes zoster of gordelroos. Tijdens de reactivatie migreert het virus via de zenuwbanen naar de huid, waarbij een unilateraal huiduitslag ontstaat, meestal beperkt tot een dermatoom. Gordelroos is een zeer pijnlijke aandoening die voornamelijk voorkomt bij oudere, niet-immune volwassenen, bij personen met een afnemende immuniteit tegen VZV en bij patienten met een gestoorde cellulaire immuniteit.

Personen met een verhoogd risico op ernstige complicaties bij een primaire VZV-infectie zijn onder andere zwangere vrouwen, bij wie het virus via de placenta op de foetus kan worden overgedragen, wat kan leiden tot een congenitale aandoening bij de pasgeborene. Daarnaast lopen immuungecompromitteerde patienten een verhoogd risico op ernstige VZV-gerelateerde complicaties, waaronder cutane gedissemineerde ziekte en aantasting van viscerale organen.

Een positieve IgM bepaling kan een indicatie zijn voor actieve (primaire of re-activatie) VZV infectie. Bij reactivatie kan de IgM echter ook negatief blijven.

Eenheid:
U/mL

Tarificatie

Nomenclatuur:
551655 - 551666 B 250 Bepaling van antistoffen tegen virussen, andere dan die waarvoor een specifiek nomenclatuurnummer voorzien is, per test #(Maximum 8)(Cumulregel 328)
Bron: RIZIV website op 02/12/2025

Laatst gewijzigd op

Nick Verplancke
06-10-2025