Geaccrediteerd door European Federation of Immunogenetics (EFI) ; 02-BE-008.992
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Barbara Cauwelier
Afname van het materiaal
Afname:
Perifeer bloed
Toegelaten materiaal:
Serum en DNA
Toegelaten recipiënt:
Klonter en EDTA
Volume:
2,7 mL bloed op klontertube en EDTA
Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag
Acceptatie:
Stalen moeten gelabeld zijn met naam, geboortedatum en/of unieke identifier alsook datum staalafname. AFAZFAB00003 Aanvraagbrief HLA/HPA/Moleculaire immunohemato/Printen van SCT kaartje
Bijaanvraag:
Max. 14 d na staalafname
Analyse
Analysemethode:
PakLx; Luminex, SSP.
Deelname EKE:
Instand en UKNeqas
Interpretatie:
PTP is een ernstige transfusiereactie die optreedt 5 tot 10 dagen na transfusie van bloedplaatjes en een diepe thrombopenie en purpura veroorzaakt. De oorzaak ligt in de aanwezigheid van HPA antistoffen tegen de getransfundeerde trombocyten. Via complexen worden de eigen trombocyten van de ontvanger ook afgebroken. Dit treedt vrijwel uitsluitend op bij vrouwen met één of meerdere zwangerschappen in de anamnese. Bij deze aandoening worden HPA antistoffen en indien positief ook een HPA typering uitgevoerd bij de patiënt en dienen HPA compatibele thrombocyten en erythrocyten te worden voorzien.
Tarificatie
Nomenclatuur:
555612 - 555623 B 350 Opzoeken van antithrombocyten antilichamen in het serum (indirecte test) #(Maximum 1) Bron: RIZIV website op 01/04/2025555656 - 555660 B 1000 Identificatie van specifieke antithrombocyten antilichamen, exclusief de HLA antilichamen #(Maximum 1) (Diagnoseregel 24) Bron: RIZIV website op 01/04/2025556312 - 556323 B 1000 Bepalen van bloedplaatjes-antigenen bij een patiënt met neonatale thrombocytopenische of posttransfusie purpura : per antigeen #(Maximum 6) Bron: RIZIV website op 01/04/2025