Anti-lever/nier/microsoom (LKM) antistoffen kunnen aangevraagd worden bij een vermoeden van auto-immune hepatitis (AIH) of bij een differentiaaldiagnose van auto-immuun leverlijden. Het meest relevante subtype is anti-LKM type 1. Deze worden teruggevonden bij patiënten met AIH type 2 (prevalentie 80-95%). Op basis van het vereenvoudigde scoresysteem van de IAIGH voor de diagnose van AIH (doi: 10.1002/hep.22322) worden twee punten toegekend indien anti-LKM titer >=1:40. Verder kunnen anti-LKM1 antistoffen ook gedetecteerd worden bij chronische hepatitis C infecties (prevalentie 6-10%) en zeldzaam bij primaire biliaire cirrose en primaire scleroserende cholangitis. Anti-LKM subtype 3 zijn tevens geassocieerd met AIH type 2 (prevalentie 5-10%), maar kunnen ook voorkomende bij hepatitis D - en hepatitis C infecties. Het fluorescentiepatroon van anti-LKM type 1 en anti-LKM type 3 is identiek.