Identificatie Cryoglobuline

Print

Beschrijving van de test

Naam:
Identificatie Cryoglobuline
Aanvraag code:
24848
Frequentie:
dagelijks op weekdagen
Uitvoerend labo:
AZ Sint Jan
TAT:
<2 weken
24u/24u:
nee
Verantwoordelijke bioloog:
dr. Michel Langlois

Afname van het materiaal

Afname:
Serum (37°C)
Volume:
7,5 mL

Criteria voor aanvaarding of bijaanvraag

Acceptatie:
Het specimen wordt zo snel mogelijk na afname, verwarmd op 37°C naar het laboratorium gebracht.
Bijaanvraag:
Bijaanvraag niet mogelijk wegens strikte pre-analytische behandeling.

Analyse

Analysemethode:
Immunofixatie (Sebia Hydrasys) en bepaling IgG, IgA, IgM en reumafactor in het serumprecipitaat gevormd in gekoelde tube.
IVDR status:
CE-IVD test met niet-significante wijziging
Deelname EKE:
EKE Sciensano / UKNEQAS (immunofixatie)
Interferentie:
Het bloedstaal moet vanaf afname tot en met centrifugatie voortdurend op 37 °C gehouden worden. Zoniet kan dit aanleiding geven tot vals negatieve resultaten.
Interpretatie:
Type I cryoglobuline: monoclonale IgM IgG of IgA, tot >20 g/L en snelle precipitatie (<24u); Type II: monoclonale IgM met polyclonale IgG en reumafactor positief (laag C4); Type III: polyclonale IgM en IgG en reumafactor positief (laag C4), <1 g/L en trage precipitatie (3-7 d).

Tarificatie

Nomenclatuur:
542290 - 542301 B 900 Immunochemische identificatie van een cryoglobuline #(Maximum 1)(Diagnoseregel 62)
Bron: RIZIV website op 01/04/2025

Laatst gewijzigd op

Glims system
16-04-2025
station